Het straatje |
Bejaardenstuk
Opvoeringsdata: februari 1989 Regie: Wil Schimmel Souffleuse: Annie Odijk Auteur: Hans Nesna |
korte inhoud
Het kleine nauwe straatje van de grootstad met al zijn ellende en triestheid vormt in dit stuk de achtergrond van dit ontroerende levens¬spel. Na de dood van moeder blijven Annie, Loekie en Jan alleen achter. Annie staat op het punt van trouwen, maar zolang Loekie en Jan haar nodig hebben, denktzij er over om in het huwelijk te treden, tot grote te¬leurstelling van haar verloofde, een jonge
onderwijzer, die niet langer wachten wil.Annie drijft een groentenwinkeltje. Loekie is op kantoor. Zii slaan er zich beiden wel doorheen en zullen niet aan het straatje met zijn kroegen en ongunstige typen ten gronde gaan. Maar Jan baart grote zorgen. Die weet niet goed wat hij wil en kan zlch zo moellijk aan de invloed van het straatje onttrekken. Arie is zijn vriend. Een knul met een hart van goud, maar die koste wat het kost het straatje uit wil. Arie droomt zich een kasteel van goud, het tegendeel van het straatje, en in dat kasteel ziet hu ziUn geliefde, Annie, die haar hart reeds geschonken heeft aan de onderwijzer. Maar Arie laat het niet alleen bij dromen.Hij zal zijn doel bereiken, al zal het kasteel, waarvan hij droomt, dan wel niet zo groot zijn. Als het maar een behoorlijk huis is ergens in het vrije land, in plaats van een krot in het straatje. Het straatje heeft Arie de middelen geleerd, om aan geld te komen. En geld heeft hij nodig om zijn doel te bereiken. Arie speelt alles of niets. En in deze vaart tracht hij Jan met zich mee te trekken
Begrijpelijk dat de zusjes zich ernstige zorgen maken en dat ook oom Bram zo nu en dan eens zijn neus om de hoek steekt om een oogje in het zeil te houden Het liefst zou oom Bram ze alle drie veilig bii hem in huis nemen. Maar de kinderen willen zelfstandig blijven. Tante Da, de vrouw van oom Bram, zorgt voor de komische noot in dit stuk. Eigenliik is tante Da maar een tragische
figuur maar door haar overdreven bedrijvigheid verwekt zij de ene lachscene na de andere Dit heeft dit spel ook wel nodig, om de spanning en ontroering niet al te groot te doen zijn en om het juiste evenwicht te bewaren.
onderwijzer, die niet langer wachten wil.Annie drijft een groentenwinkeltje. Loekie is op kantoor. Zii slaan er zich beiden wel doorheen en zullen niet aan het straatje met zijn kroegen en ongunstige typen ten gronde gaan. Maar Jan baart grote zorgen. Die weet niet goed wat hij wil en kan zlch zo moellijk aan de invloed van het straatje onttrekken. Arie is zijn vriend. Een knul met een hart van goud, maar die koste wat het kost het straatje uit wil. Arie droomt zich een kasteel van goud, het tegendeel van het straatje, en in dat kasteel ziet hu ziUn geliefde, Annie, die haar hart reeds geschonken heeft aan de onderwijzer. Maar Arie laat het niet alleen bij dromen.Hij zal zijn doel bereiken, al zal het kasteel, waarvan hij droomt, dan wel niet zo groot zijn. Als het maar een behoorlijk huis is ergens in het vrije land, in plaats van een krot in het straatje. Het straatje heeft Arie de middelen geleerd, om aan geld te komen. En geld heeft hij nodig om zijn doel te bereiken. Arie speelt alles of niets. En in deze vaart tracht hij Jan met zich mee te trekken
Begrijpelijk dat de zusjes zich ernstige zorgen maken en dat ook oom Bram zo nu en dan eens zijn neus om de hoek steekt om een oogje in het zeil te houden Het liefst zou oom Bram ze alle drie veilig bii hem in huis nemen. Maar de kinderen willen zelfstandig blijven. Tante Da, de vrouw van oom Bram, zorgt voor de komische noot in dit stuk. Eigenliik is tante Da maar een tragische
figuur maar door haar overdreven bedrijvigheid verwekt zij de ene lachscene na de andere Dit heeft dit spel ook wel nodig, om de spanning en ontroering niet al te groot te doen zijn en om het juiste evenwicht te bewaren.
spel
Albert de Vries, Evert van Putten, Gerard Marijt, Joke Kooy, Karel Eekhoff, Marjan Post, Mark Spaargaren, Petra Daalman en Wil Jore